Tyfoon
Door: veronicawaleson
Blijf op de hoogte en volg Veronica
19 December 2011 | Nederland, Amsterdam
De koffer was geseald. Ik had de cadeautjes gevonden die ik mij voorgenomen had te kopen, een paar zilveren sieraden met klompjes en molentjes en shirts van het Nederlands elftal. Ik had nog een uur en keek met een kop koffie uit over het platform van schiphol. Het was alsof herinneringen bezit van mij namen om te zeggen dat er heel veel is om voor thuis te komen. Natuurlijk hield ik mezelf onder controle. Een in het openbaar huilende vrouw is geen gezicht. Nu nog niet, 'morgen alleen op je hotel kamer dan laat je je maar gaan', sprak ik mezelf toe.
Zo juist heeft een grondstewardess mij mijn i pad nagedragen, die ik per ongeluk in het plastic bakje heb laten liggen. Gelukkig zijn er aardige oplettende mensen om mij heen, zoals die jongen van de incheckbalie die me een plek met beenruimte gunde of de jongen van de sealafdeling, die me voor de zekerheid een extra kofferslot verkocht nadat hij naar mijn bestemming had geïnformeerd. Het duurt niet lang en we mogen het vliegtuig in. De stoel voor het raampje blijft lang onbezet. Als een jongeman aan de andere kant van het gangpad de telefoon opneemt en ik hem met zijn moeder hoor praten, schiet ik weer vol. 'Nee mama het is maar een vakantie', 'ja mama ik kom terug'. Tranen stromen. Ik blijf hardnekkig door het raampje kijken waar de regendruppels mij het zicht op de startbaan ontnemen.
Ze zet haar koffertje in het gangpad. Ze ritst m open om er sloffen, een boek en een toilettas uit te diepen, die ze met een zwierige boog over mij heen in de uiterste hoek voor haar stoel gooit. Handig stappen haar kleine pootjes over mijn lange stelten en ze begint omslachtig haar handen in te smeren. Ik huil niet meer en moet een beetje lachen om haar nerveuze energie. Niet lang nadat we zijn opgestegen krijgen we het onvermijdelijke vliegtuig voer. Ik vraag er een glaasje wijn bij. Opeens krijgt de dame naast mij wat ik een spasme zou noemen. Haar lunch tray vliegt door de lucht en het regent plastic bakjes, servetjes en bestek over mij heen. Gelukkig was ze klaar met eten, maar om verdere ongelukken te voorkomen drink ik in twee slokken mijn wijn op. Als de rust is weergekeerd zoek ik de afstandsbediening voor de eerste film. Ik denk terug aan de andere vliegreis naar nog geen drie maanden geleden toen merel en ik naar Bali reisden. Ik had ruzie met de afstand bediening. Ik deed het scherm aan, ging in plaats daarvan het lichtje boven de stoel branden, als ik licht wilde, viel de stoel achterover etc. Merel heeft het telkens weer een beetje spottend maar steeds geduldig aan me uitgelegd. Ik merk niet eens dat ik huil, totdat ik een traan in mijn hals voel glijden. De afstandsbediening doet het dit keer gewoon en ik kies voor de zekerheid een lichte romantische komedie. De reis verloopt verder rustig.
Bij de counter van domestic flights in Manilla wil de man achter de balie mijn e ticket verifiëren met mijn credit card. Ik weet zeker dat ik de visa card bij mij heb gestoken, maar waar? Nadat ik mijn hele tas overhoop heb gehaald en ondertussen met hem aan het onderhandelen ben voor het geval de kaart toch nog op de keukentafel ligt, besluit ik dat de card in de gesealde koffer moet zitten. Ik weet de slimme gedachte nog: 'voor de veiligheid de bankpas en de creditcard in een andere tas opbergen!' De Sealing wordt dus opengeknipt. In de koffer vind ik de bankpas. 'we are getting close', zeg ik met een stralende lach tegen de employee, maar Ik krijg het warm, erg warm. De man zegt mij dat ik een nieuwe ticket moet kopen, maar gaat toch, als hij mijn wanhopige gezicht ziet, informeren of het echt nodig is, terwijl ik eerder nog tegen hem was uitgevallen: 'waar staat het dan van die visa kaart?' . Hij liet mij de rode lettertjes op de ticket hardop voorlezen. Schuldbewust doorploeg ik nog een keer mijn rugzak en daar ligt de kaart tussen de bladzijden van een boek. Wel slim, daar kijkt niemand.
Er woedt een tyfoon verderop. Hoogst zelden in deze tijd van het jaar' meldt de gezagvoerder. Heb ik weer', denk ik. Bijna gaat de vlucht niet door, maar dan stijgen we uiteindelijk toch op. Na de landing kijk ik vanaf de vliegtuigtrap om mij heen. Het komt het me allemaal zo bekend voor. De vegetatie, de geur, de klamme warmte. Weer worstel ik tegen mijn tranen. Terwijl ik op mijn koffer wacht raap ik mezelf bij elkaar. Ik wil niet dat mijn half broertjes en zusjes me zo zien. Ze zie ze allemaal staan. Behalve Mary Jean, zij moest, zo begrijp ik later, haar kantoor ontruimen om te voorkomen dat de modderstroom, die inmiddels in Dumaquette op gang is gekomen, het meubilaire meenam. Johanna is er met haar zoon Kirk, de dochters van Mary Jean, Traecy en Tsarina zijn er, Bart of is het Buch, is de eerste die mij in zijn armen sluit. Hun vriendinnetjes zijn er ook. Alles gaat vanzelf. Het voelt meteen zo eigen en ze zijn zo blij dat ik er ben. We spreken af dat ze me later op de avond in het hotel op zoeken.
De chauffeur van de shuttle naar het hotel moet onderweg een boodschap doen. Ik loop dan maar met hem mee. Bij de toegang tot de supermarkt staat een bewaker die iedereen fouilleert en tassen onderzoekt. Het is een drukte van jewelste. We komen laat in het hotel aan. Door het water zijn de wegen een moeras en is het drukke verkeer ondoordringbaar. Ik zit naast de chauffeur en geniet met volle teugen van het gekrioel en lawaai. Ik probeer te ontdekken wat typisch Filipijnse trekken zijn. Het lukt niet, sommigen lijken op indianen, anderen op chinezen, er zijn er veel te dik, anderen klein en mager, maar er zitten ook hele lange tussen. De huidskleur is van licht naar heel donker tot bijna negroïde. En de kindjes zijn allemaal adorabel. De omgeving zal heus wel armoedig zijn, maar het ziet er relaxed en vriendelijk uit. De huizen bestaande uit golfplaten en lappen lijken gewoon gezellig. Ik betrap me er op dat ik zin krijg om hutten te bouwen zoals we dat vroeger graag deden.
Vanavond heb ik een stel mensen ontmoet, die net zo verstrooid is als ik ben. We hebben elkaar de hele avond verhalen vertelt over wat ons in onze vergeetachtigheid overkomt. We lachen veel om elkaar en als ik voor doe welke gebaren ik maak wanneer ik denk iets kwijt te zijn ligt iedereen onder de tafel van het lachen, want dat is precies wat Johanna ook altijd doet. Mary Jean somt de voordelen op: Always plan B at hand and excellent social skills. Soulmates concludeer ik tevreden.
Zo juist heeft een grondstewardess mij mijn i pad nagedragen, die ik per ongeluk in het plastic bakje heb laten liggen. Gelukkig zijn er aardige oplettende mensen om mij heen, zoals die jongen van de incheckbalie die me een plek met beenruimte gunde of de jongen van de sealafdeling, die me voor de zekerheid een extra kofferslot verkocht nadat hij naar mijn bestemming had geïnformeerd. Het duurt niet lang en we mogen het vliegtuig in. De stoel voor het raampje blijft lang onbezet. Als een jongeman aan de andere kant van het gangpad de telefoon opneemt en ik hem met zijn moeder hoor praten, schiet ik weer vol. 'Nee mama het is maar een vakantie', 'ja mama ik kom terug'. Tranen stromen. Ik blijf hardnekkig door het raampje kijken waar de regendruppels mij het zicht op de startbaan ontnemen.
Ze zet haar koffertje in het gangpad. Ze ritst m open om er sloffen, een boek en een toilettas uit te diepen, die ze met een zwierige boog over mij heen in de uiterste hoek voor haar stoel gooit. Handig stappen haar kleine pootjes over mijn lange stelten en ze begint omslachtig haar handen in te smeren. Ik huil niet meer en moet een beetje lachen om haar nerveuze energie. Niet lang nadat we zijn opgestegen krijgen we het onvermijdelijke vliegtuig voer. Ik vraag er een glaasje wijn bij. Opeens krijgt de dame naast mij wat ik een spasme zou noemen. Haar lunch tray vliegt door de lucht en het regent plastic bakjes, servetjes en bestek over mij heen. Gelukkig was ze klaar met eten, maar om verdere ongelukken te voorkomen drink ik in twee slokken mijn wijn op. Als de rust is weergekeerd zoek ik de afstandsbediening voor de eerste film. Ik denk terug aan de andere vliegreis naar nog geen drie maanden geleden toen merel en ik naar Bali reisden. Ik had ruzie met de afstand bediening. Ik deed het scherm aan, ging in plaats daarvan het lichtje boven de stoel branden, als ik licht wilde, viel de stoel achterover etc. Merel heeft het telkens weer een beetje spottend maar steeds geduldig aan me uitgelegd. Ik merk niet eens dat ik huil, totdat ik een traan in mijn hals voel glijden. De afstandsbediening doet het dit keer gewoon en ik kies voor de zekerheid een lichte romantische komedie. De reis verloopt verder rustig.
Bij de counter van domestic flights in Manilla wil de man achter de balie mijn e ticket verifiëren met mijn credit card. Ik weet zeker dat ik de visa card bij mij heb gestoken, maar waar? Nadat ik mijn hele tas overhoop heb gehaald en ondertussen met hem aan het onderhandelen ben voor het geval de kaart toch nog op de keukentafel ligt, besluit ik dat de card in de gesealde koffer moet zitten. Ik weet de slimme gedachte nog: 'voor de veiligheid de bankpas en de creditcard in een andere tas opbergen!' De Sealing wordt dus opengeknipt. In de koffer vind ik de bankpas. 'we are getting close', zeg ik met een stralende lach tegen de employee, maar Ik krijg het warm, erg warm. De man zegt mij dat ik een nieuwe ticket moet kopen, maar gaat toch, als hij mijn wanhopige gezicht ziet, informeren of het echt nodig is, terwijl ik eerder nog tegen hem was uitgevallen: 'waar staat het dan van die visa kaart?' . Hij liet mij de rode lettertjes op de ticket hardop voorlezen. Schuldbewust doorploeg ik nog een keer mijn rugzak en daar ligt de kaart tussen de bladzijden van een boek. Wel slim, daar kijkt niemand.
Er woedt een tyfoon verderop. Hoogst zelden in deze tijd van het jaar' meldt de gezagvoerder. Heb ik weer', denk ik. Bijna gaat de vlucht niet door, maar dan stijgen we uiteindelijk toch op. Na de landing kijk ik vanaf de vliegtuigtrap om mij heen. Het komt het me allemaal zo bekend voor. De vegetatie, de geur, de klamme warmte. Weer worstel ik tegen mijn tranen. Terwijl ik op mijn koffer wacht raap ik mezelf bij elkaar. Ik wil niet dat mijn half broertjes en zusjes me zo zien. Ze zie ze allemaal staan. Behalve Mary Jean, zij moest, zo begrijp ik later, haar kantoor ontruimen om te voorkomen dat de modderstroom, die inmiddels in Dumaquette op gang is gekomen, het meubilaire meenam. Johanna is er met haar zoon Kirk, de dochters van Mary Jean, Traecy en Tsarina zijn er, Bart of is het Buch, is de eerste die mij in zijn armen sluit. Hun vriendinnetjes zijn er ook. Alles gaat vanzelf. Het voelt meteen zo eigen en ze zijn zo blij dat ik er ben. We spreken af dat ze me later op de avond in het hotel op zoeken.
De chauffeur van de shuttle naar het hotel moet onderweg een boodschap doen. Ik loop dan maar met hem mee. Bij de toegang tot de supermarkt staat een bewaker die iedereen fouilleert en tassen onderzoekt. Het is een drukte van jewelste. We komen laat in het hotel aan. Door het water zijn de wegen een moeras en is het drukke verkeer ondoordringbaar. Ik zit naast de chauffeur en geniet met volle teugen van het gekrioel en lawaai. Ik probeer te ontdekken wat typisch Filipijnse trekken zijn. Het lukt niet, sommigen lijken op indianen, anderen op chinezen, er zijn er veel te dik, anderen klein en mager, maar er zitten ook hele lange tussen. De huidskleur is van licht naar heel donker tot bijna negroïde. En de kindjes zijn allemaal adorabel. De omgeving zal heus wel armoedig zijn, maar het ziet er relaxed en vriendelijk uit. De huizen bestaande uit golfplaten en lappen lijken gewoon gezellig. Ik betrap me er op dat ik zin krijg om hutten te bouwen zoals we dat vroeger graag deden.
Vanavond heb ik een stel mensen ontmoet, die net zo verstrooid is als ik ben. We hebben elkaar de hele avond verhalen vertelt over wat ons in onze vergeetachtigheid overkomt. We lachen veel om elkaar en als ik voor doe welke gebaren ik maak wanneer ik denk iets kwijt te zijn ligt iedereen onder de tafel van het lachen, want dat is precies wat Johanna ook altijd doet. Mary Jean somt de voordelen op: Always plan B at hand and excellent social skills. Soulmates concludeer ik tevreden.
-
19 December 2011 - 05:45
Josien:
He meisje, heerlijk om te lezen over je reis en je veilige aankomst.Wat een turbo van emoties! Go for it! -
19 December 2011 - 07:01
Hugo:
Prachtig ontroerend verhaal. Het is echt alsof je thuiskomt. Ik maak mij zorgen over de berichten hier over de tyfoon. Hebben jullie schade geleden. Kan je er iets over schrijven? -
19 December 2011 - 10:19
Marjolein:
Zie het helemaal voor me. Lachen met die Pilipino's! Geniet en verzamel vele mooie verhalen. Liefs. -
19 December 2011 - 10:34
Tanni:
Lieve Schrijfster,
Wat een uitkomst he die pen:) Je schrijft prachtig het gaat meteen onder je huis zitten. Ga door, we hangen aan je je pennetje, Liefs en geniet, -
19 December 2011 - 10:46
Tanni:
Ik bedoel natuurlijk, je huid niet je huis!!! -
19 December 2011 - 10:50
Saskia:
Hi dear, wat een verhaal, wat heerlijk dat je veel meemaakt, en zo mooi kan schrijven, take care! laat de liefde stromen, ik ben je fan! Sas -
19 December 2011 - 11:37
Tonnie Deventer:
O...Veronica.. Wat geweldig van je .
Ik moest er zelf ook van huilen, en lachen tegelijk..
Geniet er van.
liefs Tonnie -
19 December 2011 - 15:23
Paul:
Leuk he om een zus (of meer) te hebben, gelukkig weet ik dat al jaren.
O ja, "creditcard verificatie" staat met KOEIENLETTERS op je E/ticket :-)
-
19 December 2011 - 17:44
Klaas Pieter:
Ha die Veronica, we wisten niet zeker of je in de buurt van het rampgebied was, gelukkig ben je heelhuids op bestemming! Wat een schrijfstijl, plak je dagboekverslagen aan elkaar en je kunt het zó publiceren.
-
19 December 2011 - 20:54
Marion D:
Tompoes is mee :) -
20 December 2011 - 08:22
Bram:
I-pad...zuucht -
20 December 2011 - 16:48
Robina:
NEEE!! dat over die Ipad mocht je niet zegeeeenn, nu heeft Bram weer gelijk!
haha
Maar leuk geschreven, ik moet er om lachen.
en ook fijn te weten dat je nog leeft, Bram had toch ook wel even een paniek momentje (en ik stiekem ook een beetje) toen hij niks van je had gehoord en het nieuws over storm hoorde.
Vervolgens heeft Merel ook nog naar je broer Paul gebeld om je filipijnse nummer te achterhalen haha. ze kon zich namelijk goed voorstellen dat je de telefoonnummers van iedereen thuis was vergeten...
Bram kon zich overigens ook al voorstellen, een bericht op facebook: "hallo dit is de reddingsbrigade, we hebben deze ipad gevonden, je moeder stond nog ingelogd, wilt u graag contact met ons opnemen? uw moeder is zoek in de storm"
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley